Verschillen voor "More"

Verschillen tussen versies 5 en 6
Versie 5 sinds 2017-02-08 16:05:05
Grootte: 5536
Commentaar:
Versie 6 sinds 2017-03-10 16:01:27
Grootte: 0
Commentaar:
Verwijderingen worden op deze manier gemarkeerd. Toevoegingen worden op deze manier gemarkeerd.
Regel 1: Regel 1:
Waar CuPro zich in onderscheidt is dat het voor power users is en dat het extreem veel data bevat (vele duizenden standaardprofielen). Daarbij komen ook de speciale functies voor wiskunde en koppelingen en tandwielen. Bij het maken van het programma was een van de moeilijke dingen het indelen van vormen. Vroeger was dat niet zo moeilijk, je pakte een DIN-norm en je had alles bij elkaar. Maar de wereld verandert snel. Een ingenieursbureau in India tekent voor een Amerikaanse klant andere standaardprofielen dan voor een klant in Europa. En als je een supermarkt inloopt dan is het aanbod heel wat breder dan 2 decennia geleden. Voor metalen geldt dat ook. Je kunt een gewalst IPE-profiel nu ook gelast krijgen, of in roestvast staal of aluminium. Desnoods met aangepaste maten.

= Classificatie van vormen =
== Classificatie op basis van productiemethoden ==

Warm gewalst, koud gewalst, geëxtrudeerd, dat was hoe je een vorm beschreef en wat nog steeds gangbaar is. U-profielen illustreren dit goed:

{{attachment:warm_cold_extr_u.svg}}

 1. Van oudsher warm gewalst. Tegenwoordig ook als extrusie. Om spanningen te voorkomen is verspanen een (kostbare) optie.
 1. Als 1, het verschil is dat de wanden parallel zijn maar buigen is niet mogelijk vanwege de hoeken.
 1. Een constante materiaaldikte maakt buigen mogelijk maar extruderen kan de kostprijs drukken. En warm walsen kan ook interessant zijn.
 1. Als 2. met de mogelijkheid om laser-fusing in te zetten.

Voor een constructeur maakt het niets uit hoe het gemaakt is, zolang de gewenste specificaties maar gehaald worden. De redenen voor een constructeur om wel terug te vallen op het benoemen van een productiemethode zijn:

 * Het benoemen van een productiemethode helpt bij het maken van een verantwoorde keuze om de kostprijs te beheersen. Zo is het frezen van een I-profiel vrijwel altijd onverantwoord. Echter, het is niet de rol van de constructeur om op de stoel van de fabrikant te gaan zitten.
 * Het benoemen van een productiemethode is een middel om een gewenste vorm aan te duiden, te classificeren. Tegelijkertijd zijn de details van de productiemethode totaal niet interessant.

De constructeur is niet geïnteresseerd in de productiemethode maar wel in de vorm, functie, prijs en eigenschappen. Het is dus eigenlijk raar dat een constructeur de productiemethode moet benoemen. En dat geldt voor de hele keten daarna ook, de inkopers, werkvoorbereiders, projectmanagers, tot aan de opdrachtgever. De werkelijkheid is verre van ideaal en dus wordt de constructeur onvrijwillig geconfronteerd met een keuze tussen warm gevormde en koud gevormde buizen omdat er een wereld van verschil tussen de eigenschappen van die twee zit.

== Classificatie op basis van functie ==

Deze benadering is een stuk beter dan de voorgaande. Aluminium raam- en deurprofielen zijn een prima voorbeeld van zo'n indeling middels functie. Het is zelfs de enige manier om de kronkels van complexe extrusieprofielen te benoemen. Dat is een belangrijke conclusie want het sluit de andere classificatiemethoden uit. Een tekening is het enige houvast en voor een simpele classificatie is dus functie samen met een indexnummer als verwijzing naar de standaard de oplossing.

De functie van een draagbalk is ook gekoppeld aan een vorm. Hier is echter de keuze beperkt zodat een aantal kernmaten van een basisvorm voldoen. Interessant is dat GOS werkt met nummers, de Europese profielen vaak maar één onderscheidend nummer hebben (HEA 180).

Bij constructiestaal, in het bijzonder I-vormen, zit de functie vaak verweven in de benamingen, zoals "balk" en "kolom". Echter, constructiestaal zoals L-vormen kan tal van functies hebben en kan dus niet op basis van functie geclassificeerd worden. Terug naar de I-vormen. Een constructeur zal kiezen wat het best uitkomt. Misschien ligt er een voorraad "kolommen" die als "balk" gebruikt kunnen worden of misschien komt de geometrie van een "kolom" in een bepaalde situatie beter uit dan een "balk". Heel wat balken staan schuin of verticaal terwijl heel wat kolommen horizontaal gebruikt worden. De naam geeft de gebruiksintentie aan maar is maar matig geschikt om een profiel te indexeren. De functie als classificatie gebruiken kan helpen maar ook verwarrend werken.

Al met al is classificatie op basis van functie onontkoombaar in veel situaties. Daar waar het anders kan heeft classificatie op basis van vorm vaak de voorkeur.

== Classificatie op basis van vorm ==

Classificatie op basis van vorm heeft een parametrisch karakter. Een massief rond profiel heeft maar één parameter (diameter). Het aantal varianten is ontelbaar maar in de praktijk gaat het meestal om een beperkt aantal standaardmaten. Een diameter van 8 mm is meer gangbaar dan 8.25 mm - als je die laatste al direct zou kunnen kopen.

Een I-profiel van het type "W" gebruiken of "IPE" gebruiken zal geen problemen opleveren aangezien de aanduidingen voor de VS en Europa voldoende onderscheidend zijn. Anders wordt het met een L-profiel die toch op details per standaard verschillend qua vorm is. In dat geval dient de betreffende norm gekoppeld te worden om aan te kunnen geven welke familie L-profielen gewenst is.

Die optie laten we graag open voor CAD-werk. Echter, de verleiding is wel erg groot om alles bij elkaar te voegen met een globale regiocode die gebruikt kan worden voor de verkrijgbaarheid. Die globale regiocode kan een verwijzing naar een standaard zijn die compatibel is.

{{attachment:chart_profiles.svg}}

This site is hosted by StringIT.

Information and software on this site is offered -as is- without any warranty and licensed in different ways. You should read the page about licensing before use.